Alle berichten van Karen Hillege

‘Wat nodig is’ is heel dichtbij

Een recensie  had me nieuwsgierig gemaakt naar Laura van Dolron. Een actrice van middertig die haar teksten zelf schrijft en solo  of met gelijkgestemden opvoert. Ze blijft heel dicht bij haar eigen leven en raakt de grote vragen van deze tijd, was me bijgebleven.

Haar nieuwste stuk ‘ Wat nodig is’ (voor een betere wereld) gaat over geluk en lief zijn voor jezelf om er meer voor anderen te kunnen zijn. Het  stuk is een vervolg op ‘Sartre zegt sorry’ waarin ze onze tijd meer aan een diagnose onderwerpt. Haar verhalende teksten hebben vaak het karakter van een innerlijke dialoog en klinken uitermate boeddhistisch zonder dat het woord ooit valt. Ze raakt met humor en lichtheid het lijden dat we allemaal kennen. Met haar soulmates Steve Aernouts en Oscar van Woensel  stemmen ze zich af op de energie van het publiek.  Ze zijn  ons steeds een stapje voor in het verwoorden van hoe de tijd en de tijdgeest in ons doorwerkt. Gezamenlijk spinnen ze een draad waarlangs elk  levensthema langskomt. Soms met veel woorden die triggeren en even later word ik ineens gepakt door een klare oneliner. Haar teksten ademen, ze ademen rust en zijn weldadig positief. Ze noemt het zelf stand-up philosophy. Ze zijn ook poëtisch en erg zintuiglijk. Eigenlijk wrijft ze aan tegen alles wat haar bezighoudt.  Mild en met humor en daaronder voel je pijn of twijfel die er mag zijn. Ook zo’ n verademing.  De grote vragen zijn niet met grote antwoorden op te lossen. Als publiek nodigt ze ons uit even achterover te leunen en niet met  ons hoofd bezig te zijn: tank hier even bij. Ze vindt het fijn als de mannen in slaap vallen zodat zij zich kan warmen aan de gedachte dat één van hen de onbeslapen helft van haar bed met haar zal delen de komende nacht.  Zo’n beeld dat het gemis van een geliefde onmiddellijk voelbaar maakt, direct en sans gêne.

Een zuiver en wijs mens. Ga het zien! Ze toeren nog tot eind januari met dit stuk door het land.  (www.hetnationaletoneel.nl)

La tête en friche

Zomer 2010 is deze aandoenlijke acteursfilm mij ontgaan. Nu kijk ik ernaar op een donkere decemberavond. Le gros bonhomme Gérard Depardieu  steelt de show als Germain, 45 jaar, die een rustig leven leidt en zijn kost bij elkaar schraapt met een groentetuin, bouwklussen en wat hem verder voor de voeten komt. Zijn vader heeft hij nooit gekend en hij woont  bij zijn moeder met wie hij zijn leven lang al hij een uitermate slechte relatie heeft. Hij bewoont in de tuin een caravan waar zijn vriendin Annette hem regelmatig op komt zoeken. Op een dag ontmoet hij in het park, waar hij de duiven telt, Margueritte, een 95 jarige belezen en bereisde dame. Actrice Gisèle Casadesus speelt haar rol met glans en verfijning.  Zij resideert in het lokale Maison de Retraite. Ze delen hetzelfde bankje en ook zij telt de duiven dagelijks. Tussen hen groeit een bijzondere vriendschap. Lees verder La tête en friche

Ode aan de liefde

De Japanse film ‘Departures. The gift of last memories’ (2009, regisseur Yojiro Takita) kruipt onder je huid. De film toont een afscheidsritueel van overledenen. Een oudere man wast en kleedt de overledene in de nabijheid van de dierbaren. Verstild en met zoveel toewijding en zorgvuldigheid dat er gaandeweg ruimte komt voor emoties bij de dierbaren. De lijkwasser maakt de huid met tedere gebaren schoon, vouwt de mooie, nieuwe kleding met sierlijke eenvoud over de lijkkleding van de overledene. Het is alsof de overledene wordt opgetild in het licht, voordat wordt overgegaan tot het laatste afscheid, de crematie.

De lijkwasser verbindt de levenden met de dode. In zijn onverstoorbare eerbetoon gaat hij verder waar de achtergeblevenen zijn gestopt. Hij maakt de schoonheid zichtbaar die de levenden niet meer zagen. Een ontroerend ritueel.

De oude man die we zien heeft van lijkwassen zijn beroep gemaakt nadat zijn vrouw is overleden. Het is zijn roeping. Hij heeft het druk en zoekt naar opvolging. De jonge cellist Daigo Kobayashi is net uit zijn orkest ontslagen in de stad, keert terug naar zijn geboortedorp en zoekt werk. De oude man wint hem voor zich met een flink voorschot. De jonge man heeft veel tegenzin omdat hij met deze baan niet naar buiten kan komen. Het aanraken van een dode roept de dood op, daar moet je ver van blijven.

Taboe en roeping blijken dichtbij elkaar te liggen voor beide mannen. Hoewel ze vijftig jaar in leeftijd verschillen voelen ze elkaar haarfijn aan. Zo vindt ook in hun relatie een rites de passage plaats. De oude man wijdt in, grenst af of geeft een duwtje als dat nodig is. Hier wordt een vak overgedragen en een gave wakker gemaakt. De jonge man blijft, ook als zijn vriendin hem verlaat omdat ze zijn baan niet kan accepteren. De mannen eten samen, ze zijn allebei alleen. In een prachtige scene op het dakterras van de oude man genieten ze van kogelvis.
De jonge man groeit in zijn roeping al kan hij er geen woorden aangeven. Zijn vriendin komt terug als zij zwanger blijkt te zijn en ze ziet hoe zijn kracht en toewijding zijn gegroeid. Als de moeder van een oude schoolvriend overlijdt en hij haar wast en kleedt ziet zij ontroerd dat hij zijn bestemming heeft gevonden.

Het is een film rijk aan thema’s. Ik haal nu de schoonheid van vakmanschap naar voren en de inwijding van een jongere door een oudere. Evenzo wordt voelbaar hoe het dragen van een belangrijke vraag in je hart je tot je bestemming brengt. En het is een absolute Ode aan de Liefde!

Ouder worden: de dualiteit voorbij

Kerstvakantie 2010 waren in Den Haag twee bijzondere tentoonstellingen te zien. Louise Bourgeois, Amerikaans beeldhouwer van Franse origine is tot vlak voor haar overlijden dit jaar op 98 jarige leeftijd, productief geweest. Internationale erkenning kreeg zij pas in haar seventies(!!) nadat ze Amerika vertegenwoordigde op de Biennale in Venetie. Haar beeldtaal ontwikkelde zich sterk en bleef zich tot het laatst toe ontwikkelen.

De paradox van kracht en kwetsbaarheid die zij zelf uitstraalt op een foto van Robert Mapplethorpe nam in haar werk steeds meer toe. Zij overstijgt het mannelijke en vrouwelijke en het denken in dualiteiten. Haar bronnen zijn afkomstig uit het universeel menselijke onbewuste. Ze vertaalt emoties uit haar kindertijd in een beeld, zonder tussenkomst van gedachten of commentaar.

Ze verwijzen niet meer naar iets, ze zijn het. Die hele directe zeggingskracht resoneert in mij en verbindt mij met emoties van mezelf, met de emoties van anderen en met de vormen in de natuur die ons omringen en beroeren. Ze laat licht vallen op de schaduwzijde. Ik begrijp dat ze leed onder het gebrek aan waardering en pas na haar erkenning eind 70-begin 80-er jaren een ruimer atelier kon betrekken.
Wat een uitzonderlijke ausdauer en wat een directe toegang tot haar bronnen van creativiteit.

Een dag later in het Mauritshuis zag ik Aeltje, een beroemd portret van Rembrandt. Het portret maakt deel uit van een privé collectie. Voor de huidige eigenaar is Aeltje ‘ de moeder aller moeders’, hij heeft diep respect en ontzag voor haar. Ze ziet er oud en jong uit, toont empathie en is afstandelijk, ze lijkt zacht en onverzettelijk, zowel bewegingloos als dynamisch. Ze is geen Nederlandse Mona Lisa, want daarvoor te toegankelijk. Normaliter hangt ze in Boston waar er een bezoekster is die dagelijks naar haar komt kijken om even bij haar moeder te zijn.

Wat deze vrouwen voor mij verbindt is hun autonomie. Ze staan op zichzelf met alle kracht en kwetsbaarheid die ze in zich hebben. Iets in hen komt los van dualiteit en bevrijdt zichzelf. Een proces dat ik ervaar als wezenlijk van het ouder worden, het meer mens worden door de tijd heen. Op een verjaardag ontmoet ik Janne, 70 jaar, vitaal en twinkelogen. Ze is serieus op zoek naar betaald werk naast haar vrijwilligerswerk. Geen enkele werkgever neemt haar serieus. Wie herkent haar kracht, kwetsbaarheid en autonomie?